3 Januari, 2019

Vanochtend was ik al om half 6 wakker, thanks to the jetlag (maar hé het kan erger!). Na goed ontbeten te hebben, kruisten Erik alle dingen die ik had opgezocht in de Lonely Planet (+ tips van mijn vliegtuig buurman) aan op de kaart van Toronto. Hierna gingen we eropuit om de eerste dingen te zien. Het was behoorlijk fris buiten, maar ik waardeer de écht frisse buitenlucht die hier hangt. Al werd deze frisse lucht vrij snel vervangen door wietlucht. Typisch, wiet is sinds kort legaal in dit land en je ruikt het overal. Allereerst kwamen we aan bij de Hockey Hall of Fame, waar foto’s van de beste ijshockey spelers en hele ijshockey uitrustingen hingen. Verder hingen er door de jaren heen verzamelde pucks, waaronder die van Indianen. Op de een of andere manier ben ik best geïntrigeerd door deze mensen. Eigenlijk hoop ik ooit een, op niet toeristische wijze, Native American te mogen ontmoeten, die mij wat meer kan vertellen over hun levensstijl, etc. Hierna liepen we richting de St. Lawrence Market, een indoor foodhall. Er waren slagerijen, viskramen, groentekramen, bakkerijen (met een tompouce 2x zo groot als die bij ons). Schuin tegenover de foodhall staat een kerk en wie mij inmiddels kent, weet dat ik elk moment aangrijp om een kerk te bezoeken. Ik ben altijd zo benieuwd hoe het er van binnen uit ziet en de verschillen tussen verschillende soorten kerken (/stromingen) te zien. Deze Anglicaanse kerk, ook wel de St. James kerk genoemd, had een grote banner hangen van de LGBTQI+ community. Een oude kerk met een modern jasje, ik denk dat vele kerken daar een voorbeeld aan kunnen nemen! Vervolgens liepen we richting de Toronto University, waar ik wilde vragen of het mogelijk was om hier een Master in Child Psychology te doen. Echter, de Faculty of Social Sciences was helaas niet open. Inmiddels had het flink gesneeuwd en ik besloot sneeuwballen te gooien. Even ervaren hoe het is om ‘kind’ te zijn. Vervolgens deed Erik ook mee en we hadden een doel dat we moesten raken. Erik haalde dat doel natuurlijk, maar ik, ja de boom.. Naast de universiteit ligt het Royal Ontario Museum, één van de grootste musea van de wereld, gespecialiseerd in natuurlijke historie en wereldculturen. Het heeft een oppervlakte van ruim 65000m2! Erik was hier al een keer geweest, dus we besloten verder te lopen. Ik denk dat ik nog wel terugkom in Toronto en als, dan ga ik zeker een dag uittrekken om dit museum te kunnen bezoeken. Erik vertelde wel wat verhalen over zijn congres dat in dit museum werd gehouden en hoeveel studenten er zomers buiten in het park voor de universiteit zitten. Vervolgens gingen we naar Kensington Market, een markt middenin de hippiewijk van Toronto. Er waren vele tekeningen op de muren geschilderd, kleine retro winkeltjes, cafés… Deze wijk ligt pal naast Chinatown. En Chinatown in Toronto is niet overrated, jeetje wat een wijk!! Overal hangen Chinese borden (de straatnamen zijn zelfs in het Chinees!), Chinese restaurants, Chinese mensen en natuurlijk Chinese woorden die om je hoofd worden geslingerd. Grappig hoe zo’n wijk zich vormt. Hierna gingen we naar het hotel voor een korte break, waarna we richting een winkelstraat liepen en wat dronken in het café Horseshoe Tavern. Dit is een vrij bekend café waar vele muzikanten hebben opgetreden, maar ondanks dat was het vrij rustig binnen. 's Avonds gingen we eten bij Jack Astor’s, onze eerste Chicken Tenders 😊 Mijn eerste impressie van Toronto is dat het een ruime stad is, maar alles is op loopafstand (niet volgens mijn vliegtuig buurman, maar goed ik/ wij zijn gewend om 'veel' te lopen en niet voor alles de auto/ OV te pakken - vandaag hadden we zo'n 20km gelopen). Elke straat is anders en tussen alle wolkenkrabbers in heb je kleine oude gebouwen staan (Harry Potter-achtig, zoals Panthea zei). Dit vond ik aan het begin heel erg gek om te zien, maar het heeft wel z'n charme.